dinsdag 10 januari 2012

onder een sluier van stilte

 







De angst van de nacht kruipt over me heen.
Onder een sluier van stilte ben ik alleen.
Ik ben van binnen gebroken, maar het leven gaat door.
Soms denk ik wel eens: "Waar leven we toch voor."
M'n droevige ogen sluitend voor al het leed.
Ik hoef niemand meer te zien, deze wereld is te wreed.
M'n dromen zo ver van mij vandaan.
Er is geen tijd meer voor een beter bestaan.
Ik word oud en heb geen toekomst meer.
"Zo zinloos is morgen," denk ik telkens weer.
Ik wil ontsnappen uit deze wereld van verdriet.
het besliste lot dat mij niks meer bied.
Ik kom langzaam los van het geworteld zijn uit het heden.
In m'n gedachten dwaal ik af naar mijn teleurstellend verleden.
Ik wacht af op de ontmoeting met het onbekende.
De schaduwdood schemert in het licht van mijn tijd.
Spoedig zal ik afdrijven in de leegte van de eeuwigheid...